Het is bijna eind van de maand, in april had ik mijzelf de uitdaging gegeven om elke maand een kunst magazine uit te brengen. De eerste edities werden enthousiast onthaald, en zelfs ook besteld, en daarna bleef het stil.
Dat zijn de momenten waarop de twijfel de kop op steekt, zal ik er maar mee stoppen?
Maar dan blader ik door de magazines, en misschien openbaart zich daar dan een miniscuul narcistisch trekje….ik vind ze namelijk echt mooi en zonde ermee te stoppen.
Een bijna onhoorbaar stemmetje in mijn binnenste fluistert dat het wel vaker is voorgekomen dat mijn inzet pas vele jaren later erken werd. Bovendien, net als bloggen, publiceren op deze manier moet ik in de eerste plaats voor mijzelf doen.
Misschien ligt daar wel een klein gevoelig puntje, in het voor mijzelf doen ligt ook de connectie met bdsm, met mijn verlangens en zo intensief bezig zijn met een magazine vullen met bdsm kunst (of een bdsm kunst site regelmatig updaten) reflecteert soms iets te hevig. Het toont het gemis, het laat me recht in de ogen van verdriet kijken.
Verdriet dat wellicht vreemd lijkt omdat ik in de gelukkige positie verkeer van een partner die zijn leven met mij deelt, we elkaar elke dag zien, we elke dag weten en voelen dat die bdsm dynamiek deel van ons is, onderdeel van onze relatie. Het is allemaal verweven met elkaar maar momenteel voert gemis de boventoon.
En gemis is soms een bitch, althans zo kan ze zich gedragen in mij. Zeker wanneer ik moe ben, gezien het feit dat mijn lichaam al vanaf vorige week een hevige strijd aan het voeren is om te herstellen van een fysieke terugval is het niet vreemd dat ik zo moe ben. Me bijna uitgeput voel af en toe.
Maandag was een dag waarop ik elke paar uur maar weer in bed gekropen ben omdat het gewoon niet ging, eenmaal wakker leek ik uitgerust te zijn en een paar uur later was de batterij weer compleet leeg.
Herstellen is vallen en opstaan, iets waar ik na 25 jaar toch echt wel bekend mee ben, maar soms ben ik het ook zo zat. Dan wil ik om mij heen schoppen en slaan, dan merk ik dat mijn vingers neigen naar venijnige woorden tikken (die ik altijd weer verwijder want zo ben ik niet). De bitch in mij is wakker geworden, ze wil om zich heen slaan en het kost me veel energie om haar in toom te houden. Het put me uit zelfs.
Ik betrap mijzelf op onaardige uitspraken (die ik gelukkig tijdig weet in te slikken), het is geen uitdagen, het is echt om mij heen schoppen en zo wil ik niet zijn.
Evenmin wil ik verdriet ruimte geven, het heeft geen functie. Ik dwaal in mijn verdriet in de nachtelijke uurtjes, ik worstel met mijn moeheid en ik wil me ertegen wapenen.
Aldaar de bitch, zij tracht het wel even op te lossen.
Wat feitelijk erin resulteert dat het zich naar binnen richt.
Een strijd die ik ook niet voeren kan (en wil).
Ik wil gewoon rust in mijn hoofd, rust in mijn lijf, even weg van de dagelijkse pijn al weet ik dat deze daarna in alle hevigheid altijd wel weer terugkomt.
De vrouw in mij wil ik voelen, haar kracht, haar sensualiteit, haar felheid, haar schoonheid. Ze is er, maar ver weg verstopt onder alle lagen van pijn, moeheid en strijden.