In ’t kader van lief voor jezelf zijn besloot ik vanmorgen mijn
vrij te besteden dag te starten met koffie op bed. Dus de
ontstekingspijn in mijn bekken negerend toog ik twee trappen naar
beneden, onderweg bijna getackeld door een verontwaardigd mauwende
kater. In de woonkamer filteren de donkere gordijnen het zonlicht, een
zwart witte poezendame rekt zich loom uit op het dekentje waarop ik haar
vannacht toen ik richting bed toog had achter gelaten. Ze heeft wat
tijd nodig gehad om mij als nieuw ‘vaak-thuis-baasje’ te accepteren.
Het andere ‘voorheen -vaak-thuis-baasje’ staat met één been buitenshuis,
een spannende tijd voor haar. Met name omdat één been iets mankeert
(spieraandoening) en dit soort stappen dan ineens niet zo gemakkelijk
en vanzelfsprekend zijn. Ik beweeg met haar mee in deze fase en ook de
poezendame lijkt zich aan te passen. Werd ik voorheen vanaf een afstand
aangekeken wanneer ik het zonlicht de woonkamer liet vullen werd ik nu
met loom spinnende beweging verwelkomd.
De koffie was snel gezet, een travelmug doet dienst als klein
thermoskannetje en ik hijs mijzelf met mok vol koffie in de ene hand en
travelmug in de andere de trap weer op. Om boven opnieuw bijna te
struikelen door een nu bozig kijkende kater, één blik in de logeerkamer
zegt genoeg. De bakken zijn echt leeg, ik zet mijn koffie op de
zoldertrap en vul de kattenbrokjes. Een oudere poezendame komt de
slaapkamer van mijn zoon (waar nog diep geslapen wordt) uit en volgt
met grootse tevredenheid mijn beweging.
Wanneer drie poezen aan hun ontbijt beginnen neem ik mijn koffie mee en kruip nog even terug in bed.
Na twee koppen koffie protesteert mijn blaas, ik overleg in stilte met
mijn lichaam, kan het niet even wachten? Ik moet zo weer een trap af
om naar de douche te gaan, aangezien ik mijn haren moet wassen en dan
langer moet staan kost dat meer energie, dus alles dat ik combineren
kan is bevorderlijk voor het behouden van mijn beperkte energie.
Maar nee, ik moet toch écht plassen, en ik heb nog geen zin nu al te
gaan douchen, bovendien is mijn koffie dan straks koud. Dus nogmaals
de trap af, ik zie dat de poezen inmiddels de warmte van de zon op zijn
gaan zoeken, goed idee!
Ondanks alle rationele argumenten vanuit jarenlang leven met dit
fysieke defect werk ik mijzelf mét pijn de trap weer op om nog even te
genieten van een, inmiddels lauw geworden, kopje koffie. Ik scroll wat
door fetlife, bekijk mijn laatste foto bewerkingen, twijfel of ik
vandaag energie ga kwijt raken aan de kapper (wat al weken eigenlijk
nodig is) of dat ik met camera op pad wil.
Een flinke pijnscheut mengt zich in deze innerlijke dialoog, ik besluit
maar even niet te ver vooruit te kijken aangezien het erop lijkt dat ik
mijn lepels voor vandaag al bijna verbruikt heb (voor wie het
interesseert, hier vind je uitleg over de lepeltheorie.
Zo eerst maar eens moed verzamelen om de trap weer af te gaan richting badkamer,
te douchen, daarna de trap weer op, en dan twee trappen naar beneden
waarna ik vind dat ik mijzelf wel mag belonen met koffie en een
ontbijtje om het begin van mijn vrij te besteden dag te vieren. Met een
beetje geluk is het warm genoeg om straks buiten te kunnen zitten!