Een
beeld dat ik zo op kan roepen is de herinnering aan mijn vader die zich
verstopte in muziek. In kleermakerszit naast de stereo, koptelefoon op.
Met wisselende stemmingen, vaak melancholisch, soms verdrietig, ook
lange tijd boos en gefrustreerd vanwege de vele ruzie’s en spanningen in
zijn huwelijk, en andere momenten enthousiast over de nieuwe muziek die
hij ontdekt had.
De koptelefoon ging af wanneer hij iets wilde zeggen, of mededelen, en weer op zodat de kans om te antwoorden ontnomen werd.
Met name wanneer hij boos, verdrietig en in zichzelf gekeerd was maakte
dit de communicatie met zijn omgeving vrijwel onmogelijk.
Het werd geaccepteerd, want hij was zo. (al heb ik mijn moeder echt wel
eens iets naar zijn hoofd zien gooien uit frustratie, wat ik nu zoveel
beter begrijp).
Zelf ben ik een andere kant op getrokken, altijd zoekend naar de
communicatie, proberen deze open te houden, open te breken desnoods.
Iets wat met een partner die zich met onzichtbare koptelefoon op terugtrekt niet altijd gemakkelijk is.
Vanavond na een moeilijk gesprek die bij mij voor de nodige emoties
had gezorgd had ik het nodig me terug te trekken. Ik kroop achter mijn
pc, zocht een prettige (melancholische) playlist op en zette een
koptelefoon op (die eerst nog ergens in huis gezocht moet worden).
Af en toe gooi ik er iets uit richting mijn partner, en ineens zie ik
mijzelf exact hetzelfde doen als mjin vader. Ik ben nog altijd boos en
verdrietig, ik zeg iets, er komt een antwoord en ik wacht deze niet
volledig af maar zet resoluut mijn koptelefoon weer op.
Het is me duidelijk, ik heb het nodig de communicatie eens niet open te zetten, hij viel stil en ik heb het zo gelaten.
Na twaalf jaar proberen, vragen, doorvragen, luisteren, de (soms erg
lange) stiltes geduldig uitzitten en telkens weer die draad op te pakken
om de communicatie opnieuw aan te zwengelen is het op. Ben ik op.
Nu is het mijn tijd me terug te trekken, in stilte te hullen en zelf te bepalen wanneer ik weer zin heb in de communicatie.