Een prettige avond, met een klein groepje zitten we nog even na te babbelen.
Tegenover me zit een jonge vrouw, casual haalt ze een cane uit de koffer
naast haar om als decorum voor haar uitstraling in te zetten. Ik ben
verbijsterd, ik word boos, ik verlam en mijn flight respons treed in
werking. Resoluut sta ik op om me om te kleden, ik zeg een aantal mensen
gedag. We lopen naar buiten, ik vertel Grey dat ik straks ergens over
wil praten maar dat ik even te boos ben.
Dat was onze koffer! Dat was onze cane…!
Het maalt door mijn hoofd, ik overweeg Grey te vragen te stoppen om de cane uit de auto te gooien. Wanneer ik een beetje gekalmeerd ben en merk dat mijn flight response aan het afnemen is begin ik voorzichtig te praten. Ik vraag of hij het zag, hij was even verbijsterd als ik.
Ik vraag of hij door had dat ik vanuit een kille boosheid abrupt was opgestaan om me om te kleden, ineens herinner ik me dat hij me vroeg of hij moest helpen en in mijn herinnering heb ik hem nogal bits geantwoord. Ik vraag ernaar en het blijkt dat ik heel kalm, rustig en op vriendelijke toon geantwoord heb.
Typisch hoe mijn mechanismes werken wanneer ik door een situatie min of meer verlamd raak.
We praten, ik uit mijn emoties en boosheid. We hoeven niets te beargumenteren want één ding is overduidelijk…van andermans spullen blijf je af, het getuigt van gebrek aan respect wanneer je daar zomaar aan komt.
Ik vertel dat ik van mijzelf vond dat ik haar er face to face mee had
moeten confronteren maar dat ik het niet kon. Ik betrap mijzelf erop
dat ik ernaar neig mijzelf te verdedigen, dat ik argumenten aan voer
waarom het mij zo raakt dat iemand aan onze spullen zit.
Compleet overbodig.
We komen thuis, praten nog wat verder. Ik vertel dat ik haar de volgende dag een mail wil sturen, want ik moet dit wel uiten. Er is een grens overschreden en ik vind dat die ander dat moet weten. Ik wil ook dat die ander zich bewust wordt van een kettingreactie die teweeggebracht werd door haar actie, hoe ondoordacht, bewust of ongeïnteresseerd deze ook was (ja ik merk al schrijvend dat ik nog steeds erg boos ben).
Voor mij is de bewuste cane vanaf nu voor altijd verbonden aan dit
gevoel, aan het gevoel van gebrek aan respect, aan het gevoel van
achteloosheid.
De bijzondere energie die ons bindt, die aan ons kleeft, die aan onze
spel attributen kleeft, is bij deze cane doorbroken. Ik wil niet meer
dat deze cane mijn huid raakt (en het interesseert me niet hoe anderen
daarover denken).
Het irriteert me dat ik nadenk over hoe mijn gevoel over deze actie
richting de betreffende vrouw te verwoorden. Ik vraag mij af of zij zich
bewust is wat voor een kettingbotsing ze veroorzaakt heeft, bij mij, in
mijn gevoel. En ik weet tegelijkertijd dat ook al verwoord ik dit dat
het afgedaan gaat worden met een weinig zeggend excuus (wat ik inmiddels
inderdaad gekregen heb).
Het maakt me boos dat ik aan het nadenken ben over hoe mijn gevoel te
verwoorden omdat ik niet wil dat iemand die nieuw in dit wereldje is een
heftige reactie krijgt om iets waar ze zich wellicht niet van bewust
was. En het moment dat ik dit denk word ik nog bozer, waarom zou ik daar
rekening mee houden?
Het is toch een basis principe dat je als mens in je opvoeding hebt meegekregen?
Als je naast iemand zit in de bus en diens tas staat open dan haal je er toch ook niet iets uit om het even te bekijken?
Waarom moet ik dan in deze een zekere mildheid in mijn bewoordingen
meenemen en rekening houden met het feit dat iemand nieuw en onbekend is
met hoe het in dit wereldje werkt (en niet werkt).
Het is meer dan alleen maar ongevraagd aan iemands spullen zitten,
zo’n actie kan zorgen voor een enorme impact bij een ander. Het gaat ook
om je bewust zijn van de mogelijke impact en gevolgen bij een ander van
jouw acties of gedragingen.
Dat daar in het ‘wereldje’ vaak nogal achteloos mee omgegaan wordt iets
dat mij enorm stoort. Dat ik daar nu op deze manier mee geconfronteerd
wordt is iets dat deze zonnige mooie dag echt een lelijke schaduw geeft.