Onverwachts een moment van privacy, met enige verwondering bespeur ik een behoefte in mijzelf. Daar waar ik je gister vertelde dat ik het gevoel heb weg te drijven van bdsm was er nu een verlangen te willen voelen. Soms is dat alles dat ik probeer te doen, zeker in periodes zoals nu, alleen maar voelen en gevoel volgen.
Geen inleiding, geen kleding en lingerie die me helpen dichter bij mijn vrouw zijn te komen, gewoon jij en ik, het benoemde verlangen en de ruimte die er ineens thuis was.
In de momenten dat het moeilijk voor me is de verbinding met mijzelf te voelen zijn er basis verlangens die daar dwars doorheen kunnen breken. Spanking is er zo eentje, niet vanuit correctie, niet als middel om een doel te bereiken, puur de sensatie. Wat het met mijn lichaam doet, wat het met mij doet. Het is iets primairs in mij, wanneer elke prikkel me niet meer lijkt te kunnen vinden, ik de connectie met mijn sensualiteit en seksualiteit kwijt ben dan kan het verlangen naar een spanking me soms wel bereiken. Evenals de beleving zelf, soms…
Vandaag niet.
Heel even vlamde in het begin verlangen naar meer op, dat verlangen dat me mee weet te nemen naar een prettige diepte, dat me zo intens verbonden met jou laat voelen.
De sensatie van de bekende pijn bleef hangen in het luchtledige, ik voelde verdriet over me heen trekken, de deken van donkerte die al meer dan een week over me heen hangt nestelde zich strakker om mij heen. Mijn lichaam reageerde wel, een verkrampt spontaan orgasme zocht een weg, en ik was weg. Niet daar waar ik wilde zijn, ik was ineens weg, los gekoppeld van mijzelf, van het moment, van ons.
Je vroeg iets, ik moest me concentreren op je stem, op je woorden. Ik weet niet meer wat je nu precies vroeg, wel wat mijn antwoord was. Mijn lichaam gaf maar de rest in mij ging niet mee en was weggegaan. Je stopte, we stonden tegenover elkaar. Ik voelde me ellendig, koud en ver weg. Iets waar we samen aan gewerkt hebben is dat ik je in dit soort moeilijke momenten een knuffel geef, niet omdat jij dat wil maar omdat ik het nodig heb en mijzelf niet toesta (daaraan toe te geven). Ik slaakte een onhoorbare zucht en bewoog me dichter richting jou, paniek vlamde op en verdween in hetzelfde moment.
Wat overbleef was een donkerte, een vreemdsoortig eenzaam dwalen dat eventjes verbroken was geweest maar nu de regie weer in handen had genomen. Te vroeg was het misschien, de verkeerde deur nog altijd open en ik nog niet voldoende geheeld.