Twee jaar al, de leegte die je achterliet voelt zowel schrijnend als geruststellend. Gaandeweg is ze bij je gaan passen, is ze een exclusieve ruimte geworden die alleen jij en ik betreden.
Daar waar ik met je deelde via mail, losse regels via een sms of app en alleen voor jou de telefoon opnam omdat ik wist dat je mijn stem graag hoorde. Daar waar we groeiden in een bijzondere vriendschap en hechte band, is er nu alleen nog maar jouw stem in mijn gedachten, gesprekken in het luchtledige die jou niet zullen bereiken.
Betrap ik mezelf erop dat als ik zachtjes mee zing met een liedje van Adèle ik jouw grijns voor me zie, omdat je wist hoe vreselijke hekel ik aan haar liedjes heb. Maar nu brengen ze soms even dichtbij jou, en ik wil zo graag even dicht bij jou zijn. Juist nu. Je geruststellende gebrom horen, je heerlijk directe mening waarmee je alles waar ik over struikel in mijn leven in een ander perspectief wist te zetten. Je ongezouten mening over keuzes van anderen die mij voor een voldongen feit plaatsten. Zo graag zou ik me nog even geborgen willen voelen in jouw aanwezigheid, gekoesterd in onze vriendschap.
Zou ik nu met je delen waar ik mee worstel, hoe verdomde eenzaam ik me voel in dit nieuwe leven waar ik noodgedwongen voor gekozen heb. Ik kan je in gedachten horen zeggen dat het geen echte keuze was, en ik er goed aan had gedaan. Ik kan ons voor me zien, ik opgekruld op jouw chesterfield bank, jij in je lievelings stoel met een glas wisky voor je, twijfelend of je wel of niet een sigaar zou roken.
Onze gesprekken zouden dwepen met zowel diepte als oppervlakte, precies zoals we ze beiden graag voerden. Onze blikken zouden uitspreken wat woorden nimmer deden. Ik mis die momenten, mijn bezoekjes aan jou. Ik mis onze stilzwijgende bezoeken aan een begraafplaats. Jouw roots die je me toonde, ons voornemen de mijne te bekijken waar we nooit meer aan toe zijn gekomen.
Lieve vriend, twee jaar geleden ging jouw kaarsje uit. In gedachten ontsteek ik nog een keer de vlam van onze vriendschap.
Ik mis je.