Dan opent diepte zich, woordloos onthaald door pijn. Ik tracht haar scherpte te negeren, ze smaalt om mijn vruchteloze pogingen.
Overgave beweegt een schimmige mist, geen licht laat door, ik voel haar verstikken. Tijd strikt de meedogenloosheid van pijn, ze dansen een grimmige sfeer en vullen de ruimte.
Ergens in de verte klinkt een vage echo van beleven, van intens geven, van onvoorwaardelijk delen. Haar klanken vervagen in de dikte van de grauwe sluiers die mij omarmen.
Verzet is zinloos, deze strijd eindeloos.
Ik geef me, werp me in de armen van meedogenloze pijn.
Nooit meer…
Zal ik dansen in jouw geborgenheid.
Zal ik geven in jouw veiligheid.
Zal ik beleven in jouw dominantie.
Nooit meer…
Zal ik intens en onvoorwaardelijk stralen in de wetenschap dat jij me dragen kan.
Nooit meer…
Zal ik me gedragen voelen door jouw sterkte.
Zal ik me geboeid voelen in jouw diepte.
Zal ik me geven omdat het mijn diepste uiting van liefde is…
Voor jou…
Nooit meer…
Ik dans deze pijn, in een eenzame, troosteloze beweging zonder eind.