Er leeft een pijn in de vertrouwdheid van beweging, ik mijd haar. Zorvuldig stap ik naast de zo vertrouwde paden, doelbewust maar wankel raak ik zijdelings wat zo geborgen, zo vertrouwd, zo eigen was.
Ik zie de scherpte, adem haar, ze vult mijn longen, verlamt me.
In mijn slaap val ik in een diepte, met dromen die nog gekoppeld zijn aan een leven dat voorbij is. In mijn dromen geef ik me, met de onvoorwaardelijke overgave waarmee ik me gaf, aan jou.
Wanneer ik wakker word is er even een moment van niet begrijpen waar de tranen vandaan komen die mijn gezicht en kussen nat maken. Tot waarheid zich toont en ik noodgedwongen mijn muren optrek voor weer een nieuwe dag.
Nooit meer zal overgave zijn zoals ze was, je ontnam me mijn dromen, mijn meest intieme delen. Ik voel me vervreemd van mijn bewegen, ze was me zo vertrouwd, ik was verwonderd over haar pure zijn. Geraakt door haar intens beleven, keer op keer wanneer jij het haar vroeg.
Verraden voel ik mij in mijn geven, al weet ik dat het geen doel was mij te raken, geraakt ben ik. Verlamd in mijn bewegen, verstard in mijn geven, tot stilstand gekomen in mijn zijn.
Ik gaf je het diepste dat ik ooit gegeven had, ik reikte je de puurheid van mijn zijn, de intensheid van mijn beleven. Ik opende mijn hart, mijn ziel, mijn beleven en gaf jou de vrijheid haar te beroeren, te sturen, te nemen. Ik danste vrij en onbevangen, in de lente die na een jarenlange winter zich eindelijk leek te tonen. Ik durfde de warmte te voelen, op mijn gezicht, diep van binnen en in mijn hart.
Mijn meest intieme delen gaf ik je, dat wat van mij, en mij alleen was geweest al die jaren. En nu ik niet meer bij de geborgenheid kan komen die het me al die jaren gaf raakt het verlies me dieper dan ik uiten kan. Er leeft een kwetsbaarheid in mij die zo ongelooflijk breekbaar is, ze dwaalt eenzame verlangens zonder te worden gezien. Er wordt haar een sterkte toegedicht die ze aan kan spreken om te overleven, iets dat ze zelf maar al te goed weet maar waar aan voorbij gegaan wordt is de echte behoefte die in haar leeft.
Ze is haar veiligheid kwijt, haar geborgenheid, haar eigen plekje om klein en kwetsbaar te mogen zijn , haar Dom, haar D’s en alles dat daaraan verbonden was…en het enige dat ze voortdurend te horen krijgt is dat dit haar sterker zal maken, dat ze het tijd moet geven, dat ze er wel weer bovenop komt. Dat zijn wetenschappen die ze kent, die ze zichzelf eigen gemaakt heeft en misschien wel tot kunst verheven maar daarin wordt voorbij gegaan aan wat ze echt nodig heeft. Een geborgen en veilige plek waar ze even klein mag zijn, waar ze mag huilen om wat ze kwijt is, waar ze mag schuilen omdat ze het nodig heeft. Waar ze niet bang hoeft te zijn voor onuitgesproken verwachtingen of verborgen agenda’s, een plek waar ze even mag zijn wie ze nu is…een verdrietig, eenzaam, verward meisje.