Onheilsbode

Jaren geleden verbleef een levensgrote Oehoe dagenlang op ons dak en dat van de buren. Daar waar een Buizerd voor mij voelt als een dier dat met mij ademt heb ik ook iets met deze immense uilen. En dan dagenlang zijn energie voelen, zijn roep om een vrouwtje te lonken. ’s Nachts in bed lag ik te luisteren, dat ik wakker lag vond ik niet erg. Het was een fascinerend verschijnsel, die grote vogel die overdag weg was en rond de schemering onze daken uitkoos.

Blij was ik toen ik op een nacht zijn roep beantwoord hoorde, het kostte wat moeite maar ik geloof dat ik samen met hem mijn adem heb ingehouden om te luisteren naar die vage kreet die in de verte klonk.

Hij was gehoord, zijn roep beantwoord. Toen hij weg was voelde ik dagenlang een vreemd soort gevoel van eenzaamheid, en het stemmetje diep in mij dat ik al die tijd genegeerd had kreeg meer volume en nestelde zich in mij. Om door mij nog harder genegeerd te worden, want ik kende de volksfolklore van het zien van een uil…de uil is de onheilsbode. Ik vertelde mezelf dat het onzin was, maar het stemmetje liet zich niet zomaar tot zwijgen brengen. Want hoe vaak leeft er een aantal dagen een Oehoe op je dak?

In tijd vergat ik het, tot twee maanden later mijn vader verongelukte. De uil was direct in mijn gedachten. Zou het iets uitgemaakt hebben? Zou ik hierdoor bewust afscheid genomen hebben van mijn vader die laatste keer dat ik hem zag, kort voor zijn motorvakantie waar hij zo naar uitkeek.

Wat had ik graag een voorspeller van onheil waargenomen de afgelopen maanden, misschien had ik de signalen wel opnieuw genegeerd maar dan had ik nu terugkijkend me wellicht minder in shock gevoeld.

Mijn lichaam,mijn gevoel, mijn ziel…alles lijkt in shock te zijn. Het enige dat door ratelt is ratio, en tussendoor blikt een glimp van het leven dat voorbij is. Pijnlijke flitsen van het mooie dat ik kwijt ben, het besef dringt maar langzaam tot me door wat ik allemaal kwijt ben. Verloren in de positieve instelling, in de liefde en bereidheid te willen geven, te willen steunen, vol vertrouwen.

Het is weg en ik weet niet waar ik zoeken moet om de balans in mijzelf terug te vinden. Ik voel me een drijvend wrak dat met het laatste beetje kracht richting een eiland weet te drijven, in de hoop daar te stranden, en dan even niet meer te hoeven vechten. Niet meer tegen de stroom in, niet met de stroom mee, niet bij volle windstilte genieten van de zon, gewoon even niet…

Zo graag zou ik mijn hoofd op een been leggen en horen dat het goed komt, zonder nog te hoeven vechten. Gewoon even, even niet meer de sterkste hoeven zijn, even klein mogen zijn.

Advertentie

Plaats reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s