Abstracte Vormen

Als de geluiden van de dag verstommen, de verloren energie nog doelloos door de kamer dwaalt, de laatste puber haar bed opzoekt en de huisdieren zich vleien in de rust die neerdaalt…dan voel ik de paniek uit het diepste van mijn binnenste opwellen. Ze neemt de ruimte in die ontstaat, minimaal want meer ruimte innemen dan dit durft ze nu nog niet.

De pijn zou te overweldigend zijn, de scherpte zou dwars door de aderen van mijn voelen snijden, mij bloedeloos achterlatend en ik…ik zou het verwelkomen. Wetend dat eenmaal leeggebloed er geen voelen meer is.

Nee dit maakt mij niet een gevaar voor mijzelf, het zijn woorden waarin ik mijzelf mag verliezen. Die ik een ongekende scherpte mag toedichten omdat dit nu mijn enige uitlaatklep is.

Ik kan de rust niet omarmen, ik herken haar verstikkende omhelzing, ik voel het haperen in mijn ademhalen wanneer ik probeer stilte tot mij te laten spreken. Na de stroom van woorden, gedachten en gesprekken die deze dag vulden komt deze stilte me vreemd voor. Ik zie wat ze mij vertellen wil, zie dan fluistert ze, kijk dan, neem het in je op. Je bent gewond en je gedraagt je alsof er geen wonden zijn. Ik herken mijn patronen, het mechanisme van overleven heeft terrein gewonnen. Vandaag heb ik het gelaten, morgen is misschien wel een andere dag.

Vannacht wil ik slapen, mezelf verdrinken in dromeloos vluchten zonder regelmatig wakker te worden. Tranen branden maar lijken zich niet te willen bevrijden uit die brandende bron waaruit ze opwellen. Het is teveel en daarom stopte de tranenstroom. Onzichtbaar blijven ze stromen, onzichtbaar blijf ik huilen.

Rechts naast me zie ik het meisje in me, ineen gedoken in een grote stoel. Die stoel, jouw stoel waar ze ooit plagend plaats nam. Nooit meer is de gedachte die komt bovendrijven, en even breekt de dam. Links zie ik de sub in mij, ver weg, haar rug verraad de pijn.

In mij zie ik de vrouw, die wanhopig probeert ruimte te geven aan zoveel emoties, niet wetend waar te beginnen. Ik voel een enkele traan die zich los weet te maken ujit die brandende bron, mijn gezicht voelt schraal aan van het vele zout dat de zachtheid weg wist te bijten.

Ik zie mijn woorden, voel de kilte terugkeren, de leegte neemt haar ruimte weer in. Ga nu maar slapen snerpt ze, en ik zie mijzelf in gedachten woelend en draaiend vechten met de demonen die zich verstoppen in de zwarte nacht. Nog even niet denk ik, nog even wil ik me kunnen verstoppen in het licht van mijn woorden, in de ruimte tussen de regels, de abstracte vormen die mijn leegte versterken.

Advertentie

Plaats reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s