Woorden dwalen een eigen weg, ik volg gedwee. Geen richting, geen doel, wandelend in een landschap met eindeloos uitzicht.
Me bewust van mijn eigen groei, de veranderingen in mij. Grenzen die duidelijker werden, deuren die open gingen. Het oogt vreemd, een deur in een landschap en toch past het me.
Die deur is deel van mij, dat landschap is deel van mij. De constante veranderingen in het landschap zijn deel van mij. Sommige elementen zijn constant, anderen zijn voortdurend in bewegingen. Soms sterk aanwezig, soms onzichtbaar, soms struikel ik erover, soms loop ik eromheen.
Ik sta voor de deur, open was deze al geruime tijd. Ik kan er omheen lopen, het maakt in feite niet uit. En toch is over de drempel stappen anders, heeft symboliek en ik ben me ervan bewust dat ik dit nodig heb. Bewust de drempel overgaan, bewust door de deur heen stappen.
Zonder twijfels en met een kalmte in mij die ik zelden zo heb gevoeld zet ik een stap, de deur in mijn handen. Het landschap voor mij oogt gelijk aan wat ik eerder al zag, met de deurknop in mijn hand draai ik me om en kijk achter me. Ik sluit de deur, de deur verdwijnt en wordt één met de omgeving.
De horizon achter mij kleurt rood, ik aanschouw verleden en weet dat het goed is. Tijd om dingen los te laten, schakels los te breken. Ik ben niet het verleden, en zij is mij evenmin. Ze is niets meer dan het veranderende landschap achter mij, waar ik naar terug kan maar niet met me mee hoef te dragen.
Op dagen als deze mis ik je intens lieve vriend.