De rust aan je voeten te zijn, de stilte in het intense Zijn.
Er is niets nodig, slechts te weten dat ik mag zijn. Gezien worden, gevoeld worden. De connectie werd weer aangeraakt.
Breekbaar voel ik me nog, dat wel.
Pas nu toegegeven hoe verloren ik mij gevoeld heb afgelopen weken, de vraag kwam bovendrijven of je dit niet gezien had?
Je had mijn strijd gezien, maar niet bevestigd dat je haar zag, je hand niet uitgestoken en ik had mij nog meer verloren gevoeld.
Huilend fluisterde ik twee nachten geleden toen ik bij je op schoot zat dat ik me zo eenzaam en verdrietig voelde, de dag erna haalde je mijn woorden aan.
Ik voelde de mist optrekken, had ik gehoopt dat je het vergeten was? Of was de mist een gevolg van de intense kwetsbaarheid die opdook.
Natuurlijk wilde ik niet dat mijn woorden aan je voorbij zouden trekken, ik werd me bewust van mijn eigen breekbaarheid. Opnieuw openstellen, vertrouwen op jou, de uitgestoken hand aannemen.
Opnieuw de onzekerheid, blijf je me vasthouden…
Laat je niet los wanneer je het zelf niet meer weet…
Blijf je me zien…
Houd je vast aan je connectie met mij…
De wirwar van gevoelens en gedachten vanmorgen zijn overweldigend, een vage glimlach tekent mijn gezicht, ik zie een voorzichtige flikkering in mijn ogen terugkeren.
Ik voel de angst om hieraan vast te houden, de angst om opnieuw te vallen, zonder vangnet. De onrust om opnieuw op eigen kracht op te moeten staan, mijn weg terug te vinden. Naar mijzelf, naar jou.
Er is zoveel dat ik voel maar één gevoel overheerst…
Ik stel me open, ik pak jouw hand, nu is het aan jou…