Verward door een Spanking

Met flinke stappen liep ze door, de ochtendzon vulde de straat met de belofte van een nieuwe dag. Ze hoorde het getik van haar hakken op de stenen, haar pas klonk alsof ze zichzelf de rust niet gunde. Het was niet een gehaaste pas maar er klonk wel iets van onrust in. Toen ze zich dat realiseerde vertraagde ze haar pas, ze gunde zichzelf de moeite om te kijken wat er om haar heen gebeurde. Het was een dinsdagmorgen, geen drukke dag voor een straat in een woonwijk net buiten het centrum van een niet al te grote stad. Ze dacht terug aan de gesprekken met hem, stelde zich voor hoe hij achter de pc zat en uit het raam keek wanneer hij met haar sprak. De lange en ongedwongen telefoongesprekken. Of hoe hij peinzend uit het raam had gekeken wanneer er weer een lange verwarrende mail van haar was binnengekomen. Ze had hem wel beziggehouden de laatste maanden.
Voor haar was hij de eerste, en enige, persoon met wie ze gesproken had over de verlangens die haar zo verwarden. Hij had zich ontpopt als een vriend, als iemand die kon luisteren en op de juiste momenten een gevoel voor humor liet zien. Het had weken geduurd voor ze zich aan de telefoon meer bloot had durven geven, wanneer hij tijdens één van die telefoongesprekken gevraagd had naar haar diepere gevoelens dan was zij stil gevallen. Daar dacht ze allemaal aan terug terwijl ze door de straat slenterde.

Ze keek op haar horloge, bijna 11 uur. Ze hadden niet echt een vast tijdstip afgesproken maar wanneer je zegt rond half elf bij iemand te zijn kun je het niet echt maken een uur later aan te komen, althans dat was haar mening. Ze grinnikte om de gesprekken die ze in haar hoofd aan het voeren was, waar maakte ze zich druk om. Ze ging koffie drinken bij hem, ze zouden er een gezellige middag van maken, misschien even gaan winkelen en hij had beloofd voor haar te gaan koken. Niets om zich druk om te maken…
En toch, toch voelde ze een nerveuze kriebel in haar buik. Het was wel de man aan wie ze zoveel intieme dingen had verteld, waar ze nu koffie mee ging drinken. Natuurlijk was het niet zo dat ze zich nu ging afvragen of ze hem wel kon vertrouwen, daar was ze wel van overtuigd. Het was misschien eerder de vraag of ze zichzelf wel kon vertrouwen, dat ze zich normaal zou gedragen. Dat haar gedrag voor hem geen reden zou zijn om iets erachter te zoeken want ze had wel gemerkt dat soms tijdens hun telefoongesprekken hij haar op de kast aan het jagen was. Bewust haar in verlegenheid bracht, ze wist ook dat dit hem een kick gaf en ze gaf ronduit voor zichzelf toe dat het haar wel iets deed.
De straat werd smaller, de zon stond rond deze tijd van het jaar nog niet erg hoog en scheen over de daken wat een mooi schaduwspel teweegbracht. Ze stapte van donkere, in de schaduw liggende, tegels naar lichte tegels die gekleurd werden door de bleke ochtendzon; ze keek naar hoe haar laarzen van tegel naar tegel stapten en haar naar de huisnummers trokken, wat een schok teweegbracht, wat was het nummer ook al weer? 132, en dit was 154. Was ze er voorbij gelopen? Dat zou echt weer iets voor haar zijn. Inwendig foeterend op zichzelf keek ze naar het volgende huis, nummer 156, ze was er inderdaad al voorbij. Ze draaide zich om en liep langzaam terug, haar tempo was vertraagd tot een zeer sloom tempo. Alle onrust in haar, waar ze zich tot nu toe voor af had kunnen sluiten, kwamen ineens naar boven.
Nummer 132, ze haalde diep adem en belde aan.

Het duurde even, ze luisterde naar de geluiden in huis, een deur werd dichtgedaan, ze meende iemand te horen lopen. Toch duurde het nog een tijdje voor ze door het dikke glas een schaduw zag die naar de voordeur liep. De deur ging open, met een glimlach keek ze hem aan en spontaan gaf ze hem een zoen, zei gedag. Misschien was hij overdonderd geweest door haar spontaniteit, hij had een stap opzij gedaan en zij was langs hem gelopen, hij had de deur dichtgedaan en ze was bezig geweest haar jas uit te trekken en wilde deze aan de kapstok hangen. Halverwege bleef haar hand in de lucht zweven.
Aan de kapstok hing een zwarte leren plak.
Ze wist wat het was omdat ze op internet op zoek gegaan was naar deze, en andere, dingen. Haar ademhaling werd zwaarder, ze dwong zichzelf te doen of er niets aan de hand was en hing haar jas aan één van de lege haakjes.
“Wat ben je van plan?” hoorde ze zijn vertrouwde stem achter haar.
Nerveus keek ze om, ze schoot in de lach, door de zenuwen, en zei: “Mijn jas ophangen, dat is toch niet zo raar?”
“Heb je daar wel toestemming voor dan?” was zijn reactie.
Ze bleef stil, ze was hier niet op voorbereid geweest. Ze zou koffie drinken, ze zouden gezellig samen eten, natuurlijk wist hij van haar verlangens, maar hij had nog nooit de toon aangeslagen die ze nu in zijn stem hoorde en ze wist niet goed hoe te reageren.

“Geef je jas inderdaad maar hier,” was zijn reactie terwijl hij haar jas uit haar handen pakte en vervolgde: “als je zo graag iets aan die kapstok wil hangen dan heb ik wel een beter idee.”
Nog voor ze in de gaten had wat hij van plan was had hij haar jas naast zich neergelegd, haar polsen beetgepakt en er handboeien omheen gedaan. Nog steeds had ze niet door wat hij van plan was, hij trok haar handen boven haar hoofd, met zijn been duwde hij lichtjes in haar rug waardoor ze vanzelf met haar gezicht dichter naar de jassen op de kapstok werd geduwd. Ze rook het leer van de leren jas die er hing, de prikkelende geur van zijn aftershave, die nu eenmaal zijn geur afgeeft aan de kleding die je draagt, drong haar neus binnen. Hij trok haar armen zover omhoog dat ze iets op haar tenen moest gaan staan, de handboeien liet hij over de ijzeren haken van de kapstok glijden.
“Zo, dat is alvast een begin,” hoorde ze hem zeggen.
Ze keek om, hij liep net achter haar langs richting de keuken.
Ze keek toe hoe hij in een keukenla rommelde, vervolgens zag ze hem water in het koffiezet apparaat gieten en hoorde hem vragen: “Je wil toch zeker wel koffie straks?”
Ze aarzelde, wat moest ze zeggen? Sterker nog, hoe ze moest ze antwoorden. Wat verwachtte hij van haar? Ze vervloekte haar onzekerheid en deed haar best een licht beginnende opwinding te negeren. Ze schoof wat heen en weer met haar laarzen, deze maakten een licht schrapend geluid op de houten vloer.
“Oh, je doet je laarzen liever uit?” vroeg hij.
Ze schudde heftig haar hoofd.
“Je wilt geen koffie?” was zijn reactie.
Plotseling moest ze lachen om het idiote van alles, dit sterkte haar: “Nee ik wil mijn schoenen niet uit, en ja ik wil wel koffie, graag zelfs.”
Met een brede grijns kwam hij vanuit de keuken de gang in gelopen.
“De koffie staat aan, je laarzen mag je aanhouden maar verder…ik weet het niet. Je hangt ongevraagd je jas aan Mijn kapstok, daar moet ik echt iets aan doen hoor. Zoiets kan ik niet ongestraft voorbij laten gaan, dat begrijp je toch zeker wel?”
De nonchalantheid in zijn stem stelde haar gerust, ok dit was een spelletje. Dit spel kon ze wel meespelen.
Ze keek hem haar mijn stem klonk: “Ik zal het voortaan niet meer doen, heb ik nu straf verdiend?”
Ze keek hem aan maar hij reageerde niet zoals ze verwacht had. Zonder haar aan te kijken bukte hij zich, duwde haar benen uit elkaar zodat wijdbeens kwam te staan: het bleek dat hij in de keukenla iets gepakt had waarmee hij snel haar kon vastmaken. Hij schoof een dun bandje om haar enkel, trok deze achter de buizen van de verwarming door en trok het aan. Het plastic bandje voelde strak aan haar rond haar linkerenkel. Ze bewoog haar voet en merkte dat het haar weinig bewegingsruimte gunde. Ook haar andere enkel werd zo vastgezet, daarna maakte hij de handboeien met diezelfde plastic bindertjes vast aan de haken van de kapstok.
Tot nu toe had ze een bepaalde geruststelling gehaald uit het feit dat ze met de handboeien nog altijd in staat was geweest zichzelf los te maken, dat was nu compleet anders. Ze stond hier wijdbeens, haar voeten vastgemaakt aan de verwarming, haar armen hoog boven haar hoofd, met haar neus in de jassen aan de kapstok. Ze wist niet of ze moest huilen of lachen om de hele situatie.
Vanuit haar ooghoeken zag ze zijn hand langs haar gezicht reiken, heel kort streelde zijn hand langs haar wang voor hij de leren plak van de kapstok haalde. Haar ademhaling werd onrustig, de nervositeit in haar had plaatsgemaakt voor serieuze onrust.
Hij kwam dicht achter haar staan, ze voelde zijn bovenlichaam tegen het hare, zijn adem bij haar oor terwijl hij fluisterde: “Stoute dames verdienen straf, en ik weet een perfecte straf voor jou. Ik laat je zo meteen kennis maken met deze leren plak, ik ga je daar net zolang mee plagen tot je gek bent van verlangen, naar meer straf en meer pijn. Daarna trek ik je slip naar beneden…en wat er dan gebeurt…dat merk je straks wel. Ben je er klaar voor?”
Terwijl hij haar dit allemaal vertelde had hij de rok, die net op haar knie viel, omhoog geschoven zodat haar billen vrij kwamen. Ze wist niet of het zijn woorden waren of zijn handelen wat haar het meest van haar stuk bracht.
Ze schudde haar hoofd, niet goed wetend hoe hij wilde dat ze zou reageren.
Hij trok haar zachtjes aan haar haren naar achteren en zei met zachte, en dwingende, stem: “Ik wil dat je me vertelt dat je er klaar voor bent.”
“Ja….” klonk het aarzelend uit haar mond, “ik ben er klaar voor.”
“Goedzo dametje, dat is een net antwoord. Haal maar eens diep adem en ontspan je.”

Haar ademhaling was niet diep maar oppervlakkig en met korte stootjes, ze probeerde zich voor te stellen dat ze zich zou ontspannen maar de gedachte aan de leren plak in zijn handen en het beeld van haarzelf wijdbeens vastgebonden aan de kapstok maakte het haar onmogelijk zich te ontspannen.
Ze maakte zich klaar voor een klap en reageerde met een korte kreet toen ze het koele leer strelend over haar billen voelde gaan.
Het leer raakte haar billen, bewoog richting haar rug, verbrak het contact met haar billen waarna de onrust in haar toenam en ze zich voorbereidde op de eerste klap.
Die maar niet kwam, in plaats daarvan was er alleen maar het strelen van het leer dat haar billen teisterde.

Wanneer het leer haar billen raakte om deze te strelen voelde ze een mengeling van opluchting en teleurstelling, het verwarde haar. Wat wilde ze nu eigenlijk ervaren vroeg ze zich af? Ze wilde toch niet dat hij haar nu met die plak op haar billen zou slaan? Ja ok, ze wilde dat wel ervaren, één keer! Niet nu, niet zo. En toch, waarom reageerde haar lichaam dan zoals het nu deed? Waarom voelde ze die teleurstelling? Dat betekende toch dat ze wel ernaar verlangde? Wat was het dan waar ze naar verlangde? De pijn? Of iets anders? En wat dan?

Ze had het gevoel gek te worden van al die vragen in haar hoofd, ze wilde ze kunnen loslaten maar ze lieten haar niet los. Ze bleven haar teisteren tot ineens…een harde tik op haar billen liet haar opschrikken uit haar gedachten. In een reflex wilde ze haar lichaam wegdraaien, de beweging werd echter beperkt door de wijze waarop ze vaststond.
Het had weinig effect, ze kon niet ontsnappen aan de ferme tikken die nu op haar billen neerkwamen. Het bloed in haar oren suisde zo hard dat ze moeite moest doen zich te concentreren op de wereld buiten haar lichaam. Had hij nu iets tegen haar gezegd? Had hij iets gevraagd? Ze wist het niet meer. Ze wist alleen maar wat ze voelde, het branden van haar billen, de opluchting nu wanneer de klap voorbij was en de teleurstelling er achteraan wanneer er niet direct een nieuwe klap volgde maar de leren plak haar billen streelde. Ze probeerde haar voeten te verzetten om haar lichaam te ontlasten van de belasting van het staan.
“Wat is er meisje, heb je het zwaar?” hoorde ze zijn stem achter zich.
Zijn hand streelde haar haren. Opnieuw zei ze niets, ze wist niet goed wat te zeggen. De hele ervaring verwarde haar, ook al hadden ze nog zoveel gesproken samen over haar verlangens, ze hadden ook gesproken over de rust die ze nodig had om kennis te maken met haar gevoelens. Ze had hem verteld hoe bang ze was dat de zenuwen de overhand zouden nemen, hij wist dit en toch….
Plotseling werd het haar duidelijk, hij nam haar iets uit handen. De onrust van zelf iets moeten aangeven, de spanning van het nemen van een beslissing. Die gedachte maakte dat ze een ongemerkt zuchtte en zich ontspande. Hij kwam achter haar staan en plaatste zijn lichaam dicht tegen haar aan en sloeg zijn armen om haar heen.
“Goedzo kleintje. Dat was wat ik wilde bereiken, geef je over, laat je lichaam vertellen wat ze nodig heeft, laat het denken achterwegen. Ik neem het denken van je over, ik neem de verantwoording, jij hoeft alleen maar te ondergaan.”
Bij die woorden stroomden de tranen over haar wangen en realiseerde ze zich des te meer hoe sterk ze hiernaar had verlangd, dit was thuiskomen. Ze had er zo vaak over gelezen maar nooit goed begrepen wat deze mensen hadden bedoeld met thuiskomen. Nu wist ze het, ze voelde het en begreep. Dit was wat zij nodig had.
Langzaam droogden de tranen op, al die tijd had hij haar vastgehouden, gekoesterd en getroost. Ze voelde zich veilig en geborgen. Net voor het moment dat haar gedachten weer binnendrongen deed hij een stap naar achteren en streelde met zijn hand haar warme billen.
“Mooi rood zijn ze hoor. Je hebt mooie billen. Ik bedenk me ineens dat ik niet alles in huis heb voor vanavond. Blijf jij even staan, ik ben zo terug.”
Voor ze ook maar iets had kunnen zeggen was hij weg en hoorde ze hem de voordeur zachtjes achter zich dichttrekken.
Ze wilde uitschreeuwen: waarom laat je me alleen. Dat doe je niet! Kom terug.
Maar ze deed het niet. Ze liet het over zich heen komen.

Op een vreemde manier had ze vertrouwen erin dat hij wist wat ze deed. De eerste minuten was ze nog bezig geweest met verwerken van de ervaring van net. In haar hoofd beleefde ze het opnieuw terwijl in haar lichaam een nieuwe onrust groeide. Onrustig schuifelde ze met haar voeten heen en weer, plotseling hoorde ze in de woonkamer een geluid. Tenminste, dat dacht ze. Ze twijfelde en spitste haar oren. Had ze nu echt een geluid gehoord? Er zou toch niemand zijn? Vast een kat ofzo, hij had toch een kat? Of had hij die een tijdje als gast gehad? Ze wist het niet meer en bleef alert op geluiden.
Ook de geluiden van buiten drongen de hal binnen, ze schrok ervan. Want als zij de voetstappen kon horen van voetgangers die voorbij wandelden, dan hadden voorbijgangers de klappen kunnen horen die op haar billen terecht waren gekomen. Ze voelde het schaamrood op haar kaken staan, wat moesten die mensen wel niet denken? Stel dat zijn buren net voorbij waren gelopen? Wat als ze straks buiten kwam, dan wisten al die mensen wat er binnen was gebeurd.
Ze kreunde zachtjes, hier kon ze niet mee omgaan. Ze schrok, opnieuw hoorde ze binnen een geluid. Ze wist het nu zeker, er was iets of iemand binnen. Het wakkerde een nieuwe onrust aan, waar bleef hij nou?
Ze luisterde naar voetstappen die dichterbij kwamen en iedere keer wanneer ze meende dat de voetstappen dichtbij de voordeur kwamen hield ze ongemerkt haar adem in, hopend dat hij het zou zijn. Dat ze het geluid zou horen van een sleutel die werd omgedraaid. Telkens waren de geluiden weer weggevaagd, voorbijgangers waren voorbij gelopen.
Opnieuw hoorde ze iemand lopen, ze vroeg zich af wat voor schoenen hij had aangehad. Waren het hakken geweest die je kon horen? Waren het gympen? Was hij een type voor gympen? Ze kon het zich niet voor de geest halen. De voetstappen kwamen dichterbij, iemand liep richting de deur! Ze had het geluid verwacht van een sleutel die werd omgedraaid en schrok toen de brievenbus bewoog en de post erdoor werd geschoven.
Bijna had ze van schrik een kreet geslagen. Gelukkig had ze zich op tijd gerealiseerd dat de persoon die buiten stond haar zou kunnen horen en wie weet tot wat voor rare consequenties dat kon leiden. Dus beet ze op haar lip en zweeg.
Langzamerhand begon ze zich ongelukkig te voelen. Hoe lang stond ze hier nu al?
Wat moest hij halen? In welke winkel was dat? Had ze een winkelcentrum gezien onderweg? Een supermarkt in de buurt? De vragen namen weer bezit van haar….

Advertentie

Plaats reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s