Het dwaalt door mijn lichaam, het nestelt zich in mijn hoofd. Het tovert een geheimzinnige glimlach op mijn gezicht, het wakkert het vuur in mij aan maar bovenal verwondert het mij.
Dit gevoel, de overwinning en tevens bevestiging voor mijzelf. Het was dus niet verdwenen, ik was nog steeds in staat om mezelf te uiten vanuit dat bijzondere stukje in mij. Er was geen angst, geen twijfels, geen onzekerheden. Er was liefde en overgave, beide onvoorwaardelijk.
Zonder denken. Gewoon zijn.
Je leidde me vol liefde en overtuiging, je zag en voelde het intense verlangen in mij dat na een simpele aanraking haarscherp naar boven kwam.
Ik was verward door dit verlangen, voelde me zelfs verraden door mijn lichaam. Dat zich niet stoorde aan mijn genomen beslissing, dat zich niet liet leiden door twijfels, dat zich nergens door liet beinvloeden en alleen maar antwoord gaf op jouw aanraking. Een korte tik op mijn billen terwijl ik veilig weggekropen op de bank lag, geborgen in de warmte van je benen, als een klein meisje op zoek naar een plekje om te schuilen.
De tweestrijd voerde me mee, mijn lichaam reageerde, mijn hoofd zei iets anders. Ik gaf de strijd op, wilde niet meer mee, wilde er niet meer tegen knokken. Mijn lichaam gaf het antwoord…
Zij sprak tegen je, zij toonde de sterke en heftige pijn die voortkwam uit het verlangen. Het verlangen naar die wisselwerking tussen ons, het verlangen naar jouw teugels, jouw handen op mijn lichaam. Het verlangen naar pijn en genot, het verlangen naar overgave.
De pijn stroomde naar buiten, een stille traan op mijn wang. Ik gaf me gewonnen, mijn lichaam was het antwoord.
Zij toonde niet alleen het verlangen maar ook de pijn en het verdriet dat was opgebouwd in de tijd dat het verlangen geen bestaansrecht had. Niet kreeg van mij.
Liefdevol beantwoorde je de stille vraag en hunkering die sprak uit mijn lichaamstaal. Teder maar consequent nam je de beslissing. Ik slaakte een stille zucht van verlichting, een last was van mijn schouders gehaald. Ik hoefde me niet langer te verstoppen in mijzelf, ik hoefde niet langer te vechten met mijzelf. Eindelijk wist ik mijzelf te bevrijden en legde alles in jouw handen.
Jouw handen waren het die mij de pijn schonken waarnaar ik zo hunkerde, jouw handen waren het die mij het genot schonken waarnaar ik zo intens verlangde. Jouw armen waren het die me, na een heftig en intense ontlading, bescherming gaven. Jouw lippen waren het die mij teder welterusten wensten. Jouw woorden waren het die ik meenam in mijn dromen, waarmee ik de volgende dag opstond en de glimlach op mijn gezicht toverde.
‘Slaap lekker lief subje van me’